‘Bouwen’ in het hoge noorden
Een naam als anne wine in een plaats als Kloosterburen moet tot de verbeelding van iedere kunstenaar spreken. Tot die van ons wel in elk geval.
Dat anne wine bovendien kunstenaar is, kunst verzamelt en ook nog een bed and breakfast runt, maakt nieuwsgierig. Daar wilden wij wel eens heen.
De rit door het hoge Groningen, het strijklicht over het weidse landschap en de stilte doen de Randstad al gauw vergeten. Wat zou deze omgeving doen met je leven? Sinds de jaren zeventig zijn hier al heel wat ‘ westerlingen’, vooral kunstenaars, neergestreken.
Wij willen weten waarom.
We parkeren voor een statig huis, zoals we er al vele die dag in Groningen gepasseerd zijn en we beginnen het al voor ons te zien. Een kwispelende hond aan je voeten en verse biologische eieren voor het ontbijt.
We worden hartelijk verwelkomd in een huis vol kunstwerken, veelal abstract, zoals het werk van anne wine zelf. Ik herken het werk van Piet Warfemius, die in deze verzameling flink vertegenwoordigd blijkt te zijn. ‘Ik deel mijn collectie graag met mijn bezoekers,’ licht ze toe, ‘in feite betalen mijn gasten deels mee aan de kunstverzameling.’
Nadat we onze bagage naar onze kamer hebben gebracht, waar we sinds tijden weer onder een deken in plaats van een dekbed zullen slapen, nemen we plaats in de ruime woonkeuken. Daar mogen we fijn onze gang gaan, thee drinken en ons vergapen aan de kunstwerken. En vrijuit neuzen in de goedgevulde boekenkasten met vele naslagwerken over beeldende kunst en architectuur, maar ook een uitgebreide selectie romans en dichtbundels.
‘Ik houd van gedichten. Dat begon al op mijn zestiende toen ik slinger singer naaimasjien las van Paul van Ostaijen,’ aldus anne wine.
De romantische keuken ademt een sfeer van vervlogen tijden, in het kozijn prijkt iets dat eruit ziet als een oude snijbonenmolen en het keukenblok (zonder elektrische apparaten) roept beelden op van ambachtelijke kookkunst. ‘Ik zie dit als een werkplek,’ legt ze uit, ‘waar ik vooral praktisch aan de slag kan.’ Het resultaat van die arbeid ervaren we diezelfde avond, wanneer anne wine ons een eenvoudig maar uiterst verfijnd garnalengerecht voorschotelt. Met stokbrood van de naast haar huis gelegen biologische winkel. Koken doet anne wine al heel lang. Rond haar twintigste begon ze met Kokerij Jansen en bereidde maaltijden voor partijen. ‘Ik schilderde eigenlijk met eten en kleedde exposities aan met gerechten.’
Gaandeweg ontwikkelde ze zo haar creativiteit: van een kokerij naar een cateringbedrijf en na een lange uitstap als bedrijfscoach met een eigen adviesbureau, koos zij rond haar veertigste voor het beeldend kunstenaarschap. De kneepjes van het vak leerde zij aan de Vrije Academie in Den Haag, waar zij een jaar of veertien woonde voordat zij Groningen weer als domicilie koos. Aanvankelijk had ze het plan opgevat om een zwervend bestaan te gaan leiden in een camper, maar ‘je kunt soms iets doen dat eigenlijk voor iets anders staat’ en dat andere was simpelweg de vrijheid opzoeken. Haar geliefde Spanje lonkte, maar vanwege de taalbarrière zocht ze het toch liever in eigen land. Ze toerde een half jaar rond in het hoge noorden voordat ze haar droomplek vond en de definitieve stap durfde te maken. ‘Net als Spanje kent Groningen een soort boersheid. In positieve zin, een pure eenvoud. Open en gesloten tegelijk, eerlijk,’ legt ze uit. Wel wilde ze dichtbij een stad wonen ‘die er toe doet’. Groningen is zo’n stad, genoemd als tweede Nederlandse cultuurstad na Amsterdam.
Maar blijkbaar gedijt anne wine’s actieve karakter ook buiten het stadse, want in en rond het dorp Kloosterburen organiseert zij van alles. Van een maandelijkse kunstenaarsborrel in het lokale antiquariaat tot een kunstroute die zij rondom het Lauwersmeergebied jarenlang onder haar hoede had. En dat alles in combinatie met het runnen van haar gemoedelijke bed and breakfast.
Gelukkig blijft er nog genoeg tijd over voor de plek waar alles om draait: haar atelier.
‘Ik woon in mijn atelier’, vertelt zij twee dagen later, als ik de grote ruimte betreed waar het late zonlicht binnenvalt. Aan de wanden hangen vele van haar werken, gehaakte organische vormen, die abstracter ogen dan de ruimtelijke werken los van de muur. Met de laatsten zou je haast contact willen maken, alsof ze ieder moment kunnen gaan bewegen.
Met de verwerking van textiel begon zij een jaar of zeven geleden toen ze op een koude dag voor de televisie kroop met een beker warme chocolademelk. Slechts één ding doen, in dit geval tv kijken, is niets voor anne wine. In de hoek van haar atelier vond ze een klos touw en een grote haaknaald en ze begon spontaan met haken.
In haar atelier werkt zij voornamelijk aan schilderijen en ruimtelijk werk. Tekenen doet zij veelal onderweg, tijdens haar reizen naar Spanje. En dan vooral Lanzarote, dat haar boeit door de ruigheid van het landschap ‘waar het lijkt alsof de stenen spontaan zijn neergestreken.’
De tekeningen werken onbewust door in een schilderij en zeker in het ruimtelijk werk, vertelt ze. ‘Het spreekt een organische ronde taal. Recht lukt mij niet.’
Het is aangenaam toeven in haar atelier, met de hoge ramen die uitkijken over een riante tuin waar nog meer sporen van haar persoon te ontdekken zijn. Zo liep ik een dag eerder langs een installatie van vogelkooien die zij met hulp van vrienden verzamelde en vervolgens in diverse kleuren spoot. ‘Maar eerst moesten die lelijke plastic bakjes er zo snel mogelijk af’, lacht ze.
Als kind was ze al eigenzinnig en ging ze haar eigen gang. Ze bouwde graag hutten. ‘Bouwen is eigenlijk het sleutelwoord in mijn leven. Ook in de zin van een proces dat ergens heen leidt, soms langzaam, soms snel. Een tekening moet wel in een dag af zijn.’ Bouwen doet ze ook letterlijk, met dat wat ze vindt. Op een van haar reizen naar Kaapverdië verzamelde zij oude doppen en afvalmateriaal en gaf die een tweede leven, in de vorm van een kunstwerk. Met recht typeert zij zich als een ‘materiekunstenaar’. Ook koken ziet zij als bouwen, waarbij zij van toevallige ingrediënten een zalig geheel weet te maken.
Mijn blik valt op Mies Markies, haar prachtige zwart glanzende hond die zich liggend op de grond laaft aan de warmte van de potkachel. Een maatje, dat haar overal volgt en met wie zij vroeg in de ochtend door het lege Groningse landschap wandelt. Het is die leegte die haar aanspreekt en die je ook terugziet in haar atelier. Steeds weer verwijdert zij al het oude werk om ruimte te maken voor het nieuwe, zoals de wisseling van de seizoenen.
Het is bijna lente, tijd dat de deuren opengaan, letterlijk en figuurlijk. Naar nieuw werk en nieuwe gasten, die net als wij zullen genieten van een verblijf in de veelzijdige omgeving van anne wine. Waar iedere dag gebouwd wordt: in het atelier, in de keuken en in het hoofd. Door iemand die op een keerpunt in haar leven naar het hoge noorden vertrok om iets hogers te vinden. En dat ook vond.
Monique Tolk, Den Haag